Het klooster in ... - Reisverslag uit Visé, België van Nico en Ria Knotters - WaarBenJij.nu Het klooster in ... - Reisverslag uit Visé, België van Nico en Ria Knotters - WaarBenJij.nu

Het klooster in ...

Blijf op de hoogte en volg Nico en Ria

20 Mei 2017 | België, Visé

Lange-Afstand-Wandelpad 7-2 zit er op. Op zaterdagmiddag iets voor half twee stapten we het treinstation van Visé binnen. De dame achter de balie vroeg gelijk of wij een treinkaartje naar Maastricht wilden hebben. Dat had ze goed gegokt. Voor € 7,80 kregen we twee kaaartjes en moesten "tout-suite" naar "perron deux", want de trein vertrok "immediatement". Tijd voor een stempel in ons pelgrimspaspoort was er niet meer, hollen en hup, de trein in. Na overstap in Maastricht Randwyck arriveerden we om 14:15 in Schin op Geul, waar we de auto een dag eerder op het NS station in de regen hadden achtergelaten.

De auto was mooi schoon geregend, dat scheelt weer een wasbeurt. Dat kon ook niet anders, want wij hadden vrijdag de hele dag met de paraplu in de regen gelopen. Dat bezwaart ons eigenlijk helemaal niet. De natuur is op zijn mooist met zo'n heerlijke frisse meiregen. En in de Limburgse heuvels vormen zich dan echte beekjes, waarin het regenwater naar het laagste punt stroomt.

Al vrij direct na Schin op Geul krijg je een steile klim voor de kiezen naar "de Kluis"; een kluizenaarskapel boven op de Schaelsberg (zie foto). Na heuveltje op gaat het ook weer heuveltje af, dit herhaalt zich continue. Onderaan de heuvel kom je bij kasteel Schaloen in Oud Valkenburg. Het plaatsje Valkenburg ligt vlakbij. Wij begrijpen inmiddels waar de uitdrukking "een hoog Valkenburg gehalte" op doelt.

Door een schitterend dal (Gerendal) klim je naar het plateau van Margraten. In Scheulder hield de plaatselijke kroeg zich niet aan de openingstijden. Hoewel het bordje vermeldde dat ze "open" waren, was er geen herbergier te zien. Omdat wij zeiknat waren van de regen en ook trek hadden in een kop soep o.i.d. besloten wij om iets van de route af te wijken en het plaatsje Margraten aan te doen. Bij de Plus wat super-voordelige boodschappen gedaan en in een brasserie een lekkere lunch genoten. Inmiddels kwam de regen met bakken uit de lucht, een goed gekozen moment dus. Nadat de regen iets minder werd, zochten wij de route weer op. Dit ging over een asfalt weg, die omgetoverd was tot een soort beek. Het water stroomde van links naar rechts en deed ons denken aan een Franse rivier waar je op kan kanoën. Oppassen op voorbij komende auto's om geen waterdouche te krijgen.

De volgende plaats op de route is Cadier en Keer. Hier gaat het Pelgrimspad verder naar Maastricht, waar het eindigt op het Vrijhof bij de Sint Servaas. Ons wandelboekje meldt ons dat Sint Servaas een in Armenië geboren neef van Christus was. Ook wordt beweerd dat Servaas tijdens een pelgrimage naar Rome van de apostel Petrus de sleutel van de Hemelpoort zou hebben gekregen. Hij zou daarmee de macht hebben om zonden te vergeven. Servatius of Servaas was bisschop van Tongeren en later van Maastricht. Op vlucht voor de barbaren (?) vestigde hij zich in Maastricht, waar hij volgens overlevering op 13 mei 384 stierf. Gelukkig biedt ons wandelboekje een alternatief voor het ontlopen van deze onzin: je kan kiezen voor het volgen van de aanlooproute naar de GR-5.

De GR-5 loopt van Hoek van Holland naar Nice. De GR-5 kruist in Noord Frankrijk de Via Francisgena, ook een Pelgrimsroute, die van Canterbury naar Rome gaat. In de plaatselijke kroeg van Cadier en Keer, die speciaal voor ons open ging, besloten we om in Rome eens navraag te gaan doen van al die Sint Servaas onzin. Dus: hupla, op naar het zuiden. Een soort Cadier en keerpunt...

Vanaf Cadier en Keer loop je door een lieflijk dal naar Gronsveld, wat net beneden Maastricht in het Maasdal ligt. Iets verderop ligt het plaatsje Rijckholt. Daar hebben we overnacht in een Dominicanen klooster. "Dominicanen" of "Orde der Predikheren" vormen een rooms-katholieke bedelorde die in 1215 is gesticht in Frankrijk door de Spaanse priester Dominicus Guzmàn, met als doel het evangelie te verkondigen en de ketterij te bestrijden. Inmiddels heeft de "laatste der Dominicanen" (althans in Rijckholt) een plekje gevonden op de begraafplaats naast het klooster en heeft een plaatselijke horeca ondernemer het klooster omgetoverd in een luxe bed & breakfast, inclusief een "Salle des Dominicans", een vergaderruimte voor groepen. Uitzicht vanuit de kamers op het kerkhof, heerlijk rustig geslapen. De horeca ondernemer is tevens uitbater van het naastgelegen eetcafé. Ook een aanrader, gelet op de uitgebreide bierkaart. La Chouffe als vooraf, daarna biefstuk begeleid door een bier uit Achelse Kluis, of een konijnenbout op grootmoeders wijze bereid, samen met een Weihenstephaner Hefe Weisse. Tja, pelgrimeren is me wat.

De volgende ochtend voerde het pad door een bosrand, gelegen tegen een steile helling. Je vindt daar een vuursteenmijn, waar de prehistorische mens stukken vuursteen bewerkte tot bijlen en speerpunten. Als je even van het pad afgaat, voor een sanitaire stop, springen de reeën schielijk weg. Vervolgens is het weer heuveltje op en af, en kom je in het laatste Nederlandse gehucht Mesch. Dit dorp was de eerste plaats waar de Amerikanen in november 1944 Nederland binnenkwamen. Er staat een mooi monument. Verder staat er een oeroud kerkje, de kerk van de heilige Pancratius. Het is een sober zaalkerkje met in de noordelijke wand een opvallend stuk metselwerk in visgraat verband (Opus Spicatum). Dit duidt op hoge ouderdom, vermoedelijk 10-de eeuws. Het dorp Mesch telt circa 50 huizen, 1 kerk en 2 kroegen. Helaas waren beide gesloten. Wel was iedereen in het dorp druk met grasmaaiers en heggenscharen. Toen wij bij de 2-de kroeg vroegen of ze in het dorp soms een groeps-app hadden waarin ze elkaar opriepen tot hoveniers-mania, was de reactie: nee joh, wij hebben de vorige avond te veel gezopen, en nu moeten we het weer goed maken. De goede man was gelukkig bereid om ons een kopje koffie aan te bieden. Alleen bij het afrekenen draaide hij ons een poot uit. Ach, bij hem moet ook de kachel roken…

Waarschijnlijk is grenspaal 36 een van de meest gefotografeerde grenspalen (zie foto). Het passeren van zo'n ding betekent dat je het ene land verlaat (waar we net afgezet waren) en waar je een ander land binnentreed (die van de Belgenmoppen). Om gelijk maar met een Belgenmop te beginnen: hoe kan je zien dat je in België bent? Wij laten het aan de lezer van dit verhaal over als reactie op dit blog.

Net over de grens ga je over het riviertje "la Berwinne". Dat geeft gelijk al aan dat je in Franstalig gebied komt. Het pad klimt naar een hoogvlakte met de mooie naam "Longue Vue" (vergezicht). Je daalt daarna weer af naar het plaatsje Berneau. Daar kan je vissen op forel, althans wij zagen een visser met een vlieghengel bezig. Het pad volgt daarna het riviertje la Berwinne stroomopwaarts. Na enig moment kan je aftakken naar Visé, dus weer even klimmen en dalen, om vervolgens op de trein te stappen.

Vanaf Visé gaan wij de GR-5 verder volgen, het boekje met het traject Visé - Rumelange is al gekocht, de eerste 6-dagen zijn al gepland en overnachtingen zijn gereserveerd. Wij verheugen ons er op om de Ardennen te gaan overwinnen.

  • 31 Mei 2017 - 13:27

    Paul:

    Mooie foto's , jullie hebben niet veel gefotografeerd in de regen!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: België, Visé

Nico en Ria

Fase 1: Pelgrimspad van Amsterdam-CS naar 's Hertogenbosch

Actief sinds 20 Maart 2016
Verslag gelezen: 473
Totaal aantal bezoekers 94516

Voorgaande reizen:

27 Maart 2016 - 31 December 2025

Peregrinus

20 November 2022 - 17 December 2022

Chillie

Landen bezocht: